Diagnose van Ritmestoornissen

Voor de diagnose van hartritmestoornissen kan het zijn dat de arts vraagt of test wat de ritmestoornis uitlokt, zoals hartziekte of schildklierproblemen. De arts kan hartmonitoringtests uitvoeren specifiek voor ritmestoornissen:

Elektrocardiogram (ECG)

Gedurende een ECG, worden sensors (elektroden) op borst en ledematen geplaatst, die de elektrische activiteit van het hart opsporen. Een ECG meet de tijd en de duur van iedere elektrische fase van de hartslag.

Holter monitor

Dit draagbaar ECG-toestel kan één of meerdere dagen gedragen worden om de activiteit van het hart op te nemen tijdens de dagelijkse routine.

Event monitor

Voor sporadische ritmestoornissen wordt dit draagbare ECG-toestel mee naar huis genomen. Het wordt enkel gebruikt indien men symptomen heeft van een ritmestoornis. Hierdoor controleert de arts het hartritme op het ogenblik van de symptomen.

Echocardiogram

Bij deze niet-ninvasieve test gebruikt een op de borst gehouden toestel (transducer) geluidsgolven voor het produceren van beelden van de afmetingen, de struktuur en de beweging van het hart.

Cardiac computerized tomography (CT) of magnetic resonance imaging (MRI)

Hoewel meer gebruikt om hartfalen te controleren, kunnen deze onderzoeken ook gebruikt worden bij de diagnose van hartproblemen en om hartritmestoornissen op te sporen. Bij een cardiale CT scan, ligt men op een tafel binnen een toestel met de vorm van een autoband. Een X-straalbuis binnen het toestel draait rond het lichaam en verzamelt beelden van hart en borst.

Bij een cardiale MRI ligt men op een tafel binnen een machine met het uitzicht van een lange buis die magnetische velden produceert. De magnetische velden richten zich op atoomdeeltjes in sommige cellen. Indien radiogolven verzonden worden naar deze gerichte deeltjes, produceren zij signalen die verschillen naargelang het weefseltype. De signalen creëren een beeld van het hart dat de arts de oorzaak van de hartritmestoornis kan helpen bepalen.

Indien de arts tijdens deze tests geen ritmestoornis vindt, kan hij de ritmestoornis uitlokken via andere tests:

Stress test

Sommige ritmestoornissen worden uitgelokt door of verergeren bij inspanning. Tijdens een stress test, wordt geoefend op een loopband of een stilstaande fiets, terwijl de activiteit van het hart gemonitord wordt door een ECG. Indien het moeilijk is om te oefenen kan de arts een medicament gebruiken om het hart op dezelfde wijze te stimuleren als tijdens een inspanning.

Tilt table test

Deze test wordt aangeraden bij syncope (flauwvallen). De hartslag en de bloeddruk worden gemonitord als men op de tafel ligt, die dan gekanteld wordt, net alsof men opstaat. De arts observeert hoe het hart en zijn controlerend zenuwsysteem reageren op deze verandering van hoek.

Elektrofysiologische test en mapping

In deze test worden dunne, flexibele buisjes (katheters) met elektrodes aan de top via de bloedvaten naar verschillende punten binnen het hart gevoerd. Eens op hun plaats kunnen deze elektrodes de verspreiding van de elektrische impulsen door het hart in kaart brengen. Bovendien kan de cardioloog de elektrodes gebruiken om het hart te stimuleren om te slaan aan bereiken die een ritmestoornis kunnen uitlokken of aanhouden. Dit laat hem toen de locatie en de oorzaak van de ritmestoornis te zien.