Behandeling Hartinfarct
De behandeling van een hartinfarct vereist spoed om de weefselschade zo beperkt mogelijk te houden.
In de acute fase zal de (spoed)arts ingrijpen om de bloedtoevoer te herstellen.
Dit kan in de vorm van medicijnen en/of chirurgisch ingrijpen.
Medicijnen
Verschillende medicijnen kunnen nuttig zijn in de behandeling van een hartinfarct:
- Aspirine: vermindert de vorming van bloedklonters
- Thrombolytica: medicijnen die bloedklonters oplossen
- Medicijnen van de klasse PAI (plaatjes aggregaat inhibitors): verminderen ook de vorming van bloedklonters
- Heparine: een "bloedverdunner" die de bloedstolling tegengaat
- Pijnstillers: om de pijn op de borst tegen te gaan
- Nitroglycerine: verbetert de bloeddoorstroming van de kransslagaders. Dit medicijn wordt typisch gebruikt om angina tegen te gaan.
- Beta blokkers: relaxeren het hart waardoor het makkelijker kan pompen en verlagen de bloeddruk
- Medicijnen tegen hoge cholesterol
Chirurgie
Verschillende technieken bestaan om een hartinfarct te behandelen:
- Coronaire angioplastie en Stenting - Dotteren:
een katheter die via een bloedvat in de lies wordt ingebracht wordt tot in het hart gebracht en kan daar de geblokkeerde kransslagader openen door een ballonnetje aan het uiteinde van de katheter op de blazen. Een stent (een metalen mesh) wordt dan ingebracht om de arterie open te houden. Deze ingreep wordt gelijktijdig gedaan met een angiogram dat aantoont waar het probleem zich voordoet. - Bypass of overbrugging:
Meestal wordt dit pas gedaan na een korte herstelperiode, maar soms kan een spoed bypass operatie uitgevoerd worden. Bij deze ingreep wordt een overbrugging geplaatst over de blockage: een (slag)ader wordt uit het been of de borstwand genomen en op de aorta vastgezet. De andere zijde wordt vastgemaakt achter de verstopping van de kransslagader zodat de bloedtoevoer naar het aangetaste gebied wordt hersteld.