Prehypertensie

Een licht verhoogde bloeddruk is gekend als prehypertensie. Indien men het onbehandeld laat, zal prehypertensie meer dan waarschijnlijk overgaan tot hoge bloeddruk of hypertensie. Zowel prehypertensie als hoge bloeddruk verhogen het risico op hartaanval, hersenbloeding en hartfalen.

Men spreekt van prehypertensie als de systolische bloeddruk tussen 120 en 139 millimeter kwik (mm Hg) of de diastolische bloeddruk tussen 80 en 89 mm Hg ligt.

Oorzaken

Elke factor die de druk op de arteriewanden verhoogt, met inbegrip van atherosclerosis, het vernauwen van de arteriën en een groter dan normaal bloedvolume, kan tot prehypertensie leiden.

Soms doet een onderliggende aandoening de bloeddruk verhogen, zoals bij:

  • Slaapapnee
  • Nierziekten
  • Ziekten van de bijnier
  • Ziekte van de schildklier

Bepaalde medicaties, zoals anticonceptiepillen, sommige middelen tegen verkoudheid en pijnstillers, kunnen eveneens een tijdelijke bloeddrukverhoging veroorzaken. Drugs, zoals cocaïne en amfetamines kunnen hetzelfde effect hebben.

Hoge bloeddruk ontwikkelt zich dikwijls geleidelijk gedurende verschillende jaren zonder een specifieke identificeerbare oorzaak.

Risicofactoren

Risicofactoren voor prehypertensie houden in:

  • Overgewicht of obesitas. Een voorname risicofactor is overgewicht. Hoe groter de  lichaamsmassa, hoe meer bloed nodig is om zuurstof en bouwstoffen te leveren aan de weefsels. Indien het bloedvolume verhoogt, verhoogt ook de kracht op de arteriewanden.
  • Leeftijd. Jonge volwassenen hebben gewoonlijk meer prehypertensie dan oudere volwassenen, waarschijnlijk omdat de meeste oudere volwassenen hoge bloeddruk ontwikkelden. Bovendien hebben volwassenen die gezond zijn op 55-jarige leeftijd, volgens de ‘American Heart Association’, 90% kans om hoge bloeddruk te ontwikkelen.
  • Geslacht. Prehypertensie komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
  • Familiale geschiedenis van hoge bloeddruk.
  • Zittende levensstijl.
  • Diëet met veel zout en weinig kalium.
  • Roken.
  • Overmatig alcoholgebruik.

Bepaalde chronische aandoeningen, met inbegrip van hoge cholesterol, diabetes en slaapapnee, kunnen het risico op prehypertensie eveneens verhogen.

Verwikkelingen

Prehypertensie zelf geeft niet dikwijls complicaties, maar leidt meestal tot hypertensie. Daarom zal de arts aan een patiënt met "prehypertensie" aanraden om de levensstijl te veranderen en om eventueel al medicatie te nemen die de bloeddrukverhoging zullen stoppen.

De gevolgen van hypertensie zijn orgaanbeschadiging en een verhoogd risico op hartaanval, hersenbloeding en hartfalen. Hypertensie verergert vaak in de tijd.
Volgens de ‘American Heart Association’ krijgt één op drie volwassenen tussen 35 en 64 jaar en bijna één op twee volwassenen ouder dan 65 jaar binnen de vier jaar na de diagnose van prehypertensie te hoge bloeddruk.

Symptomen

Prehypertensie veroorzaakt geen symptomen. Zelfs gevorderde hoge bloeddruk zal vaak geen symptomen veroorzaken.

De enige manier om prehypertensie op te sporen is bloeddrukmetingen opvolgen. Het is aan te raden om de bloeddruk jaarlijks te laten controleren door een arts of hem zelf thuis te controleren met een home bloeddrukmonitor.

Indien men prehypertensie of andere risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte heeft, kan men frequentere metingen nodig hebben.

Behandeling

Aanpassingen aan de Levensstijl

  • Gezonde voeding: veel fruit, groenten, volle granen en vetarm voedsel.
  • Gewichtscontrole: bij overgewicht kan zelfs een gewichtsverlies van slechts 3kg de bloeddruk verlagen.
  • Laag zoutgebruik: maximum 2,4 milligram per dag.
  • Fysieke activiteit: regelmatige fysieke activiteit verlaagt de bloeddruk en kan helpen het gewicht onder controle te houden. 30 minuten fysieke activiteit per dag zijn een minimum.
  • Alcohol beperking: maximum één consumptie per dag voor vrouwen en twee per dag voor mannen.

Medicatie

Mensen met prehypertensie die ook diabetes, nierziekte of een cardiovasculaire aandoening hebben, zullen vaak medicatie krijgen bovenop de aanpassingen van de levenstijl. De voordelen van medicatie voor andere volwassenen met prehypertensie zijn minder duidelijk.